ARTIKELS

COLUMNS

Andere landbouwpersactiviteiten

ENAJ (European Network of Agricultural Journalists)


ARTIKELS

Een greep uit landbouwartikels

Litouwen: verdeelde zuivelindustrie weegt op melkprijs (Melkveebedrijf, nr 7, juli 2018)
Duitsland produceert de meeste melk (Melkveebedrijf, nr 6, juni 2018)
Melkveehouders MGBS en Walhorn in eerste Europese coöperatie: Arla Foods in België en Nederland (Melkveebedrijf, nr 6, juni 2018)
Roemeense varkenssector gaat door een dal (Varkensbedrijf, nr 3, maart 2018)
Melkveeonderzoek Universiteit van Florida: Voeding in functie van productiviteit (De Molenaar, nr 5, 2018)
UF Dairy, een melkveebedrijf voor onderzoek (Melkveebedrijf.nl nr 3, maart 2018)
Onrust en gedrang rond Farm Bill 2018 in de VS (Melkveebedrijf.be 12/02/18)
Antistoffen uit lama’s voor gespeende biggen: Veelbelovend alternatief voor antibiotica (De Molenaar, nr 3, 2018)
Onrust en gedrang rond Farm Bill 2018 in VS (Melkveebedrijf nr 2, februari 2018)
Frederik Backaert: een Flandrien tussen de koeien: Van de stal naar de Tour en terug (Melkveebedrijf nr 2, februari 2018)
Azië centraal in exportperspectieven (De Molenaar, nr 17, december 2017)
Wisseling BFA-top op komst (De Molenaar, nr 17, december 2017)
In eenklank met natuurlijke omgeving (De Molenaar, nr 17, december 2017)
Alleen grote melkveebedrijven gewapend tegen crisis in Roemenië (Melkveebedrijf nr 9, oktober 2017)
Melk produceren in de Charente met Vlaamse en Nederlandse wortels (Melkveebedrijf nr 8, september 2017)
Gekrompen Estse varkenshouderij zoekt toekomst in vrijemarkteconomie (Varkensbedrijf, nr 3, maart 2017)
Zuid-Afrikaanse varkenssector cultureel geremd (Varkensbedrijf, nr 7, juli 2017)
Modernisering Bulgaarse varkenshouderij verloopt moeizaam (Varkensbedrijf, nr 2, februari 2017)
Letse varkenssector in wurggreep van Afrikaanse varkenspest (Varkensbedrijf, nr 4, april 2017)
Roemenië heeft potentie voor miljoen hectare soja: Donausoja als alternatief (De Molenaar, nr 12, augustus 2017)
Eerste commerciële Vlaamse sojaoogst komt eraan (De Molenaar nr 12 augustus 2017)
Olympia richt zich op nichemarkten (Melkveebedrijf nr 2, februari 2017)
Verdwalen in Duitse duurzaamheidsdefinities (Ecotips nr 5, okt-nov 2016)
Zuid-Afrikaanse zuivel weert zich met grootschalige bedrijven (Melkveebedrijf nr 6, juni 2017)
Hoe duurzaam en gezond is vlees (Ecotips nr 4, aug-sept 2016)
Turkse zuivelsector tussen groeipijnen en potentie (Melkveebedrijf nr 5, mei 2016)
Poolse melkveehouderij moet nog achterstand inhalen (Melkveebedrijf nr 4, april 2016)
De Sloveense varkenshouderij (Varkensbedrijf nr.1 januari 2016)
Ierse rundvleessector (Veeteelt-Vlees, november 2015)
De Italiaanse varkenssector (Varkensbedrijf nr. 11, november 2015)
De Ierse duurzame melkveehouderij (De Molenaar nr.8 september 2015)
De Deense biologische varkenshouderij (Varkensbedrijf nr.7, juli 2015)
Ierse melkveehouderij wil de duurzaamste zijn
(Melkveebedrijf nr. 8, september 2015)
Nog eeuwenlang fosfaat (De Molenaar nr. 4, maart 2015)
De Spaanse varkenshouderij (Varkensbedrijf nr. 3, maart 2015).
Eiwitten uit de zee (De Molenaar, nr. 2, januari 2015)
Spaanse zuivelsector (Melkveebedrijf nr. 1, januari 2015)
Florida, buitenbeentje van de Amerikaanse melkveehouderij (Melkveebedrijf nr. 7, augustus 2014)
Na de melkquota (De Molenaar nr. 17, december 2014)
Landbouw, maatschappelijke pijler in de VS (Plattelandspost nr. 10, december 2008)
Een zuivelketen in de woestijn (Melkveebedrijf nr. 7, juli 2010)
Methaan- en stikstofuitstoot reduceren (De Molenaar nr. 15, november 2012)
Nieuwe soja- en sorghumvariëteiten in Gent (De Molenaar nr. 17, december 2012)
Belgian Caviar (De Molenaar nr. 17, december 2012)
Soja in Argentinië (De Molenaar nr. 1, januari 2014)
Dubbeldoelinsecten (De Molenaar nr; 3, februari 2014)
Duurzame soja in de VS (De Molenaar nr. 7, mei 2014)
Moderne varkenssector (Varkensbedrijf nr. 8, augustus 2014)
De mondiale zuivelmarkt (Melkveebedrijf nr. 8, september 2014)
De Britse zuivelsector (Melkveebedrijf nr. 9, oktober 2014)
Jef Verhaeren over landbouw in de Lage Landen (Neerlandia/Nederlands van Nu – 4-2012)


COLUMNS

Verschenen in De Molenaar onder de rubriek ‘Krakende Persen’

- GLB-budget goed besteden

- De boeren houden van Trump

- Goedkope vleesschandalen

- Duurzaamheid blijft op agenda

- Een toekomstig cynisch verleden

- TTIP in de diepvries

- Gastronationalisme

- De les van Tielt

- De NON-GGO-Paradox

- Alternatieve markten

- Boer pas op je ganzen

- Voorspellingen

- Duurzaam GLB???

- Speculatiespook

- Het TTIPaard van Troje

- GGO-Sofismen

- Groen Chauvinisme

- Lokaal zonder grenzen

ArtKP-GLB-budget/DM/JV/30.6.2018

GLB-budget goed besteden

De Brexit heeft een negatieve invloed op de beschikbare EU-middelen en de Commissie stelt dan ook een lager GLB-budget voor. Blijkbaar zijn de meeste EU-lidstaten het erover eens dat dat niet kan. De Nederlandse landbouwminister Carola Schouten maakte in een gesprek met ons in het kader van de Informele ministerraad in Bulgarije de bedenking dat bijkomend geld wel van ergens moet komen. Men zou zich ook kunnen afvragen of er niet wat minder EU-geld verspild kan worden in subsidievijver voor landbouw en vooral plattelandsontwikkeling.

Voor alle duidelijkheid, ik ben het niet eens met diegenen, die het een schande noemen dat landbouw de grootste hap uit het EU-budget krijgt. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is het enige echt geïntegreerde EU-beleid en dat heeft ons geen windeieren gelegd. Daardoor is de volledige totale pot van in de EU aan landbouw besteedde belastinggeld heel wat kleiner dan het opgeteld budget, dat alle lidstaten samen zouden besteden aan hun nationale landbouw. Bovendien heeft het Groene Europa ervoor gezorgd dat we onafhankelijk zijn wat onze voeding betreft en beschikken over een benijdenswaardige en innovatieve voedselproductie en voedingsindustrie.

Maar de landbouwsubsidies moeten zinvol besteed worden in productieve landbouw en productieve plattelandsontwikkeling. Als je vaak reist langs landbouwbedrijven en -streken en allerlei landbouw- en plattelandsprojecten in het zuiden en het zuidoosten van de EU, vallen toch twee dingen op. Grootgrondbezitters trekken heel wat ha-steun zonder al te veel te presteren op het vlak van landbouwproductiviteit. Wat plattelandsontwikkeling betreft, de tweede pijler die is uitgevonden door Franz Fischler en van zijn Oostenrijk het tweede hoogste landbouwgesubsidieerde land van Europa maakt en uiteraard de hoogste van de EU, zijn er echt wel tal van misbruiken. In landen als Slovenië, Kroatië en andere lopen subsidie-experts rond, die dossiers opstellen voor goed gesubsidieerde projecten zonder veel zin of toekomst. Als twee jonge gezinnen leven van 15 koeien en wat kaas en hopen dat de subsidies blijven zodat ze zo kunnen voortleven, mag men zich toch vragen stellen.

En toch bewijzen anderen, ook in Bulgarije, Roemenië, Kroatië, Slovenië en andere zuiderse en oosterse landen dat er heel wat potentie is. Het landbouwbudget moet besteed worden aan productieve en innovatieve landbouw en desgevallend productieve en toekomstgerichte plattelandsontwikkeling, niet aan hangmatboertjes en -grootgrondbezitters.

Jef Verhaeren

ArtKP.Trump&boeren/DM/JV/2.11.17

De boeren houden van Trump

Dat Trump vooral de buik van de Verenigde Staten, het binnenland dus aansprak is geen geheim. Een recent bezoek aan landelijk Florida en Washington DC leerden me echter meer over de relatie tussen de boeren en bij uitbreiding ruraal Amerika enerzijds en Donald Trump anderzijds. Volgens de gezaghebbende landbouwjournalist Jerry Hagstrom zou zo’n 70% van ruraal Amerika voor Trump hebben gestemd en hij benadrukt dat ook rurale kuststaten, die voorheen meestal democratisch stemden, nu ook door Trump zijn ingepalmd.

Trump heeft de boeren heel wat beloofd maar als hij dat niet kan waar maken, wat zal er dan bij de volgende presidentsverkiezingen gebeuren? Die vraag stelt zich ook de voorzitter van de National Farmers Union, Roger Johnson, die vooral de onberekenbaarheid van Trump en zijn regering vreest. De boeren waren vooral boos op president Obama voor de strengere milieumaatregelen. Vooral de maatregelen voor de bescherming van het water en daaruit volgende bestraffingen vreesden ze. Die wetgeving is nog niet geïmplementeerd maar Hillary Clinton wou die implementeren. Na een zwarte president een vrouw als president was voor veel boeren en plattelandsbewoners, die vooral vertrouwen hebben in een blanke man, teveel van het goede. Trump beloofde de biobrandstoffen te verdedigen tegen de olie-industrie maar zal hij dat kunnen waar maken? Jerry Hagstrom wijst ook op de contradictie tussen Trump’s plannen om de immigranten buiten te houden en de nood van de boeren aan die immigranten, niet alleen als goedkope – vaak illegale – werkkrachten maar ook als kopers van hun producten. De andere plattelandsbewoners zijn dan weer niet gediend met al die migranten. Trump probeert deze tegenstelling te verzoenen door migranten wel binnen te laten zonder dat ze ooit de Amerikaanse nationaliteit kunnen krijgen.

Volgens Hagstrom zullen de boeren toch achter Trump blijven staan, ook als hij niet waar maakt wat hij beloofde. De National Farmers Union, die zich normaal eerder links opstelt, durft niet goed tegen Trump ingaan om haar boeren niet voor het hoofd te stoten. “De boeren houden van Trump”, zegt Jerry Hagstrom. Enkele jaren geleden hebben de boeren goed geld verdiend en hebben zich verrijkt. Daardoor zijn ze volgens Hagstrom arroganter geworden en durven er nu beter voor uit komen hoe ze denken en Trump zegt wat zij denken.

Jef Verhaeren

ArtKPVedibo/DM/JV/14.3.2018

Goedkope vleesschandalen

Het is geen excuus maar Belgen zijn natuurlijk verlekkerd op schandalen waardoor ze zichzelf kunnen bekakken. Zij blijven gefrustreerd omdat ooit de grote mogendheden dit bufferlandje hebben opgericht zonder dat zij er om vroegen. Die medaille van zelfkritiek en gebrek aan chauvinisme heeft natuurlijk ook zijn voordelen, onder meer op het vlak van kwaliteit en voedselveiligheid. Uiteraard is het Viveba-vleesschandaal, waar we nu weer mee te maken hebben een reden voor verontwaardiging, in de eerste plaats voor de veehouders, die hun uiterste best doen om kwaliteit af te leveren aan de slachthuizen en vleessnijderijen. Deze verwerkende industrie is duidelijk de kritische schakel in de keten, waar - niet toevallig – vaak ook het meeste gebrek aan transparantie is.

Iedereen, in de eerste plaats de politici, schreeuwen weer moord en brand over de controles door het voedselagentschap FAVV. Nochtans zijn alle insiders, inclusief de voedingsnijverheid, de verbruikersorganisatie en het Europese Voedselagentschap EFSA het erover eens dat het FAVV een voorbeeld is. Wel is het gehandicapt doordat er steeds gesneden werd in het budget, door de politici uiteraard, die nu plots meer controles willen. Als het FAVV hier steken heeft laten vallen, moeten er uiteraard maatregelen genomen worden om dat in de toekomst te vermijden. Om de beste te zijn moet men op scherp blijven staan.

Misschien moeten we toch ook eens wat verder kijken naar de diepere oorzaken van dit fraudeprobleem, dat niet alleen staat in Europa. De burgers en vooral hun drukkingsgroepen hebben de mond vol over duurzaamheid (vaak verward met bio), kwaliteit, voedselveiligheid en dierenleed maar in de supermarkt gaat het alleen maar om de prijs. Daar wordt bepaald wat een stuk vlees of een vleesproduct mag kosten en de keten moet er maar voor zorgen dat de verbruiker zijn zin krijgt aan de laagste prijs. De grote supermarktketens spelen daarop in en zij zijn de sterkste spelers in de keten. De veehouder heeft weinig in de pap te brokken. Hij moet het stellen met de prijs die hem gegund wordt, hoewel voor hem de dierlijke productie een soort roeping is. De verwerkingssector staat direct onder druk van de zeer geconcentreerde vraag van de distributie. Misschien zou het beter zijn dat de consument en de distributie de sector iets meer marge zouden geven om een degelijk product af te leveren.

Jef Verhaeren

Art.KP.Duurzaamheidblijft/DM/JV/22.5.16

Duurzaamheid blijft op de agenda

“Ondanks alles blijft duurzame ontwikkeling op de agenda”, stelde voorzitter Ruud Tijssens op het FEFAC-Congres van 21 en 22 april in het Turkse Anatalya. Secretaris-generaal Alexander Döring van FEFAC stelde dat we ons het voorbije decennium vooral bezig hielden met voedselveiligheid en kwaliteit. “Die moeten voortaan vanzelfsprekend zijn”, zei Döring. Op de algemene vergadering van 19 mei van OVOCOM, het Belgisch overlegplatform van de diervoedersector, dat zich precies met de toepassing van voedselveiligheid en kwaliteit bezighoudt, hebben we gehoord dat het voedselveiligheidssysteem nu echt wel moet werken, zoals het de laatste jaren ook heeft bewezen, als zich een incident voordoet. Maar inzake duurzaamheid zijn we nog maar net onderweg, al bestaat het begrip en de discussie errond reeds 30 jaar. De term werd geclaimd door de biologische landbouw, milieuorganisaties van alle slag, de politiek en de commercie. Reeds jaren spreekt men her en der heel ernstig over de ecologische voetafdruk maar de Europese veevoederindustrie stelde vast dat die voetafdruk een hersenspin blijft als men geen algemeen aanvaarde criteria of instrument heeft om hem te meten en te vergelijken. Met het Europese PEF-project werd het initiatief daartoe genomen en in samenwerking met de FAO in het LEAP-project werd het verder doorgetrokken. De Europese veevoedersector kreeg ook de internationale federatie IFIF in het Global Feed LCA Institute achter het project. Concrete initiatieven en vooral een globale aanpak staan dus nog in de kinderschoenen maar de landbouw en de veevoedersector in Europa, met België en Nederland voorop, hoeven ter zake dus niet te blozen. De weg is echter nog lang.

Het ‘Vision Statement 2030’ van FEFAC stelt zich ‘een verantwoorde en grondstoffenefficiënte veevoederindustrie’ tot doel. Ook in het networking event van Nevedi op 12 mei kwam dit aan bod. Op het vlak van sociaal en ecologisch – dus maatschappelijk – verantwoorde grondstoffen speelden ook weer België en Nederland een voortrekkersrol maar ook hier kunnen we niet op onze lauweren rusten. We zijn ook nog ver af van een circulaire landbouw in een circulaire economie, die voor een echt duurzaam evenwicht moeten zorgen. En al geeft ook hier de Nederlandse en Belgische veevoedersector het goede voorbeeld, het einddoel ligt nog ver. Er is dus weliswaar geen plaats voor schaamte maar ook niet voor zelfgenoegzaamheid.

Jef Verhaeren

Art. KP/DM/ME/JV/18.11.07

EEN TOEKOMSTIG CYNISCH VERLEDEN

Mijn vrouw en ook vakbonden en tal van andere zogenaamd progressieve verenigingen en organisaties klagen de spectaculaire stijging van de voedselprijzen aan. “Wie of wat zit daar nu weer achter?”, vraagt mijn vrouw me dan. “Dat komt omdat een goed deel van de verenigingen en organisaties, die nu aan de klaagmuur staan steeds de ‘schandalige’ landbouw- en voedseloverschotten hebben aangeklaagd en deden liquideren, zich verzetten tegen GGO’s en vaak ook het aanwenden van voedingsgewassen voor energie propageren”, zeg ik dan. Een beetje simplistisch natuurlijk maar toch... Inzake simplisme hebben voornoemde ‘progressievelingen’ trouwens niets van mij te leren.

Heel wat visionaire wetenschappers en analisten hebben er de laatste decennia – vaak als roependen in de woestijn – op gewezen en ook voorzitter Jack Wilkinson van de International Federation of Agricultural Producers (IFAP) laat er geen twijfel over bestaan dat elk stukje vruchtbare grond en alle beschikbare productiekennis en –kunde nodig zijn om de stijgende wereldbevolking te voeden. Een maximale voedselproductie overal ter wereld – recht op voeding betekent immers ook recht op landbouw – is een absolute maatschappelijke prioriteit, die prepensioen (Vut), kunstmatige natuurgebieden en andere luxeproblemen vooraf gaat. Even noodzakelijk zijn voedselvoorraden om negatieve klimatologische en andere schadelijke invloeden op de voedselproductie te compenseren. Ooit zullen de termen ‘landbouwoverschotten en voedseloverschotten’ verwijzen naar een cynisch verleden.

Naast de klimatologische en geografische grilligheden voor de productie hebben ook de landbouw- en voedselmarkten hun eigenaardigheden. Hier geldt de ‘muur van de maag’. Bij de minste overschrijding van de primaire behoeften storten de prijzen in, bij het kleinste tekort gaan ze de pan uitvliegen, precies omdat het om primaire behoeften gaat. En het ziet ernaar uit dat het tweede scenario zich steeds meer zal voordoen. De droogte en misoogsten waar we vandaag mee te maken hebben zijn misschien nog in grote mate cyclisch maar de stijgende vraag naar voedsel is dat niet. In dat licht moeten we ons toch vragen stellen bij het verbranden van voedingsgrondstoffen voor energieproductie en de populistische anti-GGO-houding. Goed, er is niet voldoende bewezen dat GGO’s onschadelijk zijn maar dat honger schadelijk is, dat wordt dagelijks op schrijnende wijze bewezen.

Jef Verhaeren

Art.KP.TTIPinDiepvries/DM/JV/2.9.16

TTIP IN DE DIEPVRIES?

Onlangs zei de Franse staatssecretaris van Handel, Matthias Fekl, dat Frankrijk wil dat de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten (TTIP of Transatlantic Trade and Investment Partnership) worden stopgezet omdat er geen steun meer voor is in Frankrijk. President Hollande had ze reeds in mei op de helling gezet omdat de Europese normen op het vlak van gezondheid, voeding, milieu en cultuur in gevaar zouden komen. De Duitse economieminister en vice-kanselier, Sigmar Gabriel, stelde intussen dat de onderhandelingen in feite al mislukt zijn. De Europese Commissie en de Amerikaanse onderhandelaars zeggen wel dat er gestaag vooruitgang wordt geboekt maar we mogen er van uitgaan dat TTIP de diepvries ingaat.

Er zijn in Europa zowel voorstanders als tegenstanders en dat hangt uiteraard af van de specifieke belangen. België, Ierland (behalve de rundvleessector) en Letland zouden in Europa het meest te winnen bij een handelsakkoord. De economie zou er in België met 1% door groeien vooral omdat België zeer exportgericht is. Dat geldt eigenlijk voor Vlaanderen, in Wallonië is men heel wat negatiever. Ook Nederland telt veel voorstanders, eveneens omdat het een groot exportland is. Ook de Nederlandse landbouw zou erbij kunnen winnen omdat een akkoord vrij gunstig is voor Europese zuivelproducten met hoge toegevoegde waarde en voor groenten en fruit.

De Amerikaanse landbouw zou volgens het Amerikaanse landbouwministerie zelf veel te winnen hebben bij een akkoord, vooral de rundvlees- en varkenssector. Die sectoren zouden dus in Europa zware klappen krijgen, in tegenstelling tot de Europese groente- en fruitsector. Volgens deze berekening zou de VS 5 miljard euro export winnen ten opzichte van 2011. In Europa zou de totale landbouwexport dalen met 0,25%. Maar we mogen ook onze Europese kwaliteits- en voedselveiligheidssystemen niet opofferen en, zoals we reeds eerder benadrukten, voor de Amerikanen is landbouwexport steeds een prioriteit.

Feit is dat, met de Amerikaanse verkiezingen in zicht, we niet veel toegevingen moeten verwachten. Bovendien schept de Brexit ook een nieuwe situatie. Als de EU met Groot-Brittannië moet onderhandelen over vrijhandel en de Amerikanen tegelijk apart met de Britten over vrijhandel onderhandelen, moeten we op onze hoede zijn. Aan het Britse paard van Troje mogen we ons niet meer laten vangen. Redenen genoeg om TTIP in de diepvries te zetten maar eens komt het er weer uit en daar moeten we klaar voor zijn. Intussen zitten ook in de onderhandelingen met Mercosur (tegen mei 2017) heel wat wolfijzers en schietgeweren.

Jef Verhaeren

ArtKPGastronationalisering/DM/JV/16.12.16

GASTRONATIONALISME

Jaren geleden stootte het reeds tegen de borst als je door Groot-Brittanië reisde, de campagnes ‘Eat British’ drukte je met de neus op de werkelijkheid: de Britten wilden wel de lusten maar niet de lasten van de Europese Unie. Als excuus kon je natuurlijk laten gelden dat het VK voor amper 60% zelfvoorzienend is voor voedsel en de Britse boeren moesten ondervinden dat boeren vandaag iets anders is dan hereboer spelen. OK, intussen werd in een referendum voor de Brexit gekozen en hoeven we het daar niet meer over te hebben.

Het gastronationalisme heeft zich intussen echter verder verspreid en dat baanbrekers van de Europese integratie zoals Frankrijk en Italië resoluut dit pad opgaan wekt toch enige ongerustheid. Dat de Europese Commissie Frankrijk in 2016 een vrijgeleide gaf voor verplichte herkomstvermelding voor verwerkte voedingswaren en en dat in campagnes meteen wordt opgeroepen om bij voorkeur Frans vlees te kopen, ondergraaft de eenheidsmarkt. Dat boeren in crisisperiodes zich defensief gaan opstellen is begrijpelijk maar staatsmannen en –vrouwen worden verondersteld verder te kijken dan hun neus lang is en de belangen van de Europese landbouw op langere termijn op het oog te hebben.

Uiteraard hebben exportgerichte landen zoals Nederland en België (of moeten we zeggen Vlaanderen) daar het meest bij te verliezen. Meteen zijn we bij een gevoelig punt. Als de Waalse regering onlangs het wereldnieuws wist te halen door tijdelijk stokken in de wielen van de ondertekening van CETA (de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Canada) te steken, lagen wellicht vooral revanchistische politieke redenen aan de basis. Toch was ook een groot deel van de Waalse landbouwwereld en vooral hun vertegenwoordiging in de Waalse regering tegen CETA gericht. De Waalse landbouw exporteert haast niet en richt zich in grote mate op streekproduckten. Zij zijn niet de enige in Europa. Meerdere landen en regio’s willen de sterk gesubsidieerde tweede pijler van het Europese landbouwbeleid laten primeren. Daarbij kan men zich ook de vraag stellen of de EU niet te soepel omspringt met erkende oorsprongsbenamingen. De ‘Sauccison d’Ardenne’, die niet alleen in de Ardennen (waar trouwens weinig varkens zitten) wordt geproduceerd, is een nieuwe testcase ter zake.

Jef Verhaeren

ArtKP-Tieltseles/DM/JV/4.4.17

DE LES VAN TIELT


Het publiek is terecht geschokt door de beelden van ongehoord dierenleed in het slachthuis van Tielt. Ook de sectorvereniging FEBEV en de varkenshouders reageerden geschokt en eisten maatregelen. Volkomen terecht, al zouden ze enkele jaren geleden wellicht defensiever gereageerd hebben. De veetelers in het algemeen en de varkenshouders in het bijzonder, inclusief de vleessector, zijn trouwens de grootse slachtoffers van dit schandaal. Meteen heeft de antiveeteeltlobby immers weer een verkeerde stok om mee te slaan en kunnen de emotioneel gemotiveerde bestrijders van het eten van vlees weer spijkers op laag water zoeken.

Uiteraard is het zo dat, hoe romantisch dieren in het wild ook lijken, daar meer dierenleed is dan in de veeteelt en vleesproductie. Dat hoort ook zo; mensen moeten op een menselijke manier met dieren omgaan, met respect voor de eigen aard van het dier uiteraard, wat huisdierliefhebbers soms weleens vergeten.

De Nederlandse sectorvereniging van de vleesindustrie (COV) zegt dat soortgelijke wantoestanden in Nederlandse slachthuizen niet kunnen voorkomen. Dat dacht de Belgisch sectorvereniging FEBEV natuurlijk ook maar zeker ben je nooit. Je kan beter te zelfkritisch dan te zelfzeker zijn. Er is in Vlaanderen een lange weg afgelegd in de goede richting door strengere Europese regels en een groter bewustzijn in de sector. Opleidingen over dierenleed zijn verplicht. Tijdsdruk en routine vormen zeker een probleem. Dierenwelzijn boet in voor de goedkope manier waarop vlees vandaag geproduceerd wordt. Dat is uiteraard onaanvaardbaar. Dierenwelzijn en goed vlees heeft een prijs.

Er is echter geen excuus, zeker niet voor dierenleed op professioneel niveau. Het is ook niet toevallig dat wij nog altijd ervaren dat in heel wat slachthuizen transparantie ontbreekt. Lofwaardige uitzonderingen, zoals de Belgian Pork Group (het vroegere Covavee en Westvlees), Noordvlees-Van Gool en de slachthuizen van Vanden Avenne (o.m. Bens Vlees) en uiteraard ook andere, doen wat moet. Ook FEBEV en de varkenshouders ijveren daarvoor. Iedereen heeft er belang bij dat dierenleed uit de veeteelt en vleesverwerking wordt gebannen, behalve de liefhebbers van te goedkoop vlees. Dierenleed ondermijnt trouwens de kwaliteit van het vlees, dat is wetenschappelijk voldoende aangetoond. Transparantie, controle, professionalisme in de sector en de bereidheid van de consument om voldoende te betalen voor goed voedsel zijn de sleutels voor dierenwelzijn.

Jef Verhaeren

ArtKPDMGMOparadox/JV/24.7.17

DE NON-GGO-PARADOX


In het kader van een perstrip, georganiseerd door de European Network of Agricultural Journalists (ENAJ), samen met de Roemeense vereniging van landbouwjournalisten (APAR), bezochten we onder meer de grootste Europese ‘boerderij’ (Agricost) in de Donau-delta. Het is het hart van de productie van Donau-Soja, een project waarin een aantal Donaulanden, al dan niet lid van de EU, samenwerken om non-GGO-soja te telen als alternatief voor de noodzakelijke import van eiwithoudende grondstoffen voor de Europese intensieve veeteelt – hoofdzakelijk bijproducten van soja – vooral uit Zuid-Amerika en de VS. We brengen het volledige verhaal in één van volgende edities.

Het akkerbouwbedrijf Agricost is liefst 57.000 ha groot en teelt een goede 10.000 ha soja. General manager Constantin Dulute van Agricost, die ons rondleidde langs alle teelten, kwam duidelijk goed in vorm bij de soja. Je zou toch verwachten dat hij een pleidooi zou houden voor de non-GGO-soja van de Donau (Danube Soya), die hij teelt. Wel integendeel! “Wie kan mij uitleggen”, vroeg hij de journalisten uitdagend, “waarom wij in de EU wel GGO-producten mogen consumeren maar ze niet mogen produceren? Dit is een enorme paradox, temeer omdat ik bij de productie van GGO-vrije soja 5 herbeciden nodig heb, die ik niet zou nodig hebben voor GGO-soja. Bovendien ligt de productiviteit van onze GGO-vrije soja lager.” Hij wees er bovendien op dat er bij GGO-soja zeer gecontroleerd een gen veranderd is, meer niet. Bij de klassieke selectie gaat het meer om probeersels.

Zoals verwacht trokken onze Oostenrijkse, Zwitserse en sommige Duitse collega’s onmiddellijk journalistiek ten strijde tegen deze ‘provocatieve’ uitspraken. Zij hebben immers geen GGO nodig want de landbouw is er tot 70% gesubsidieerd. “We weten toch niet wat bijvoorbeeld binnen 50 jaar de gevolgen zullen zijn”, was zowat het zwaarste tegenargument. De vooringenomenheid tegen GGO, zelfs bij journalisten, was opvallend. Constantin Dulute liet zich natuurlijk niet uit zijn lood slaan en beriep zich enkel op wetenschappelijke argumenten. Natuurlijk zijn enkel wetenschappelijke argumenten bruikbaar en zinvol. Daarmee kan je hetechter blijkbaar niet halen tegen emotionele vooringenomenheid.

Jef Verhaeren

 

Art.KP.Voortouw/DM/ME/JV/15.8.2014

Alternatieve markten

“De Russen zijn gebelgd maar de Belgen zijn gerust”, zei een spitsvondige Minister van Buitenlandse Zaken met de naam Marc Eyskens ooit. Vandaag zijn de Russen opnieuw gebelgd door de Westerse sancties maar de Belgen, evenals de andere EU-lidstaten, hebben weinig redenen om er gerust in te zijn. Poetin kondigde immers tegensancties aan en die treffen vooral onze landbouwexport. Dat komt hard aan voor onze dierlijke productie maar vooral ook voor onze tuinbouw. Uiteraard snijden de Russen daarmee in eigen vlees maar ze zullen het wel trachten vol te houden tot Poetin zijn nationalistisch gezicht kan redden.

Intussen moeten de sector en de EU alternatieve oplossingen vinden. Solidariteit van de consumenten zoals we dat nu beleven met de peertwitters zijn hoopgevend maar lossen het probleem niet echt op, evenmin als Europese steun om de geleden schade enigszins in te dijken. Evenals de transparantie van de varkensboeren in het zuiden van Nederland met hun acties naar de consument toe, zoals ‘Varkens kijken’, zorgen de consulenteninitiatieven om de consumptie van peren te bevorderen voor een langverwachte verademing. Maar er is meer nodig dan dat.

De Russische boycot legt de afhankelijkheid van onze export, toch voor een aantal producten, pijnlijk bloot. Het is overduidelijk dat we op zoek moeten naar alternatieve exportmarkten en daarbij onze eieren in meer dan één mand leggen. Dan zijn we minder kwetsbaar voor een politiek geïnspireerde handelsboycot maar ook voor verdoken protectionistische reacties, die ook wel eens voorkomen. Alles op China inzetten is dus ook geen ideaal alternatief. Het is belangrijk dat de sectoren zich met het handelsbeleid moeien en alert blijven. Dat geldt evenzeer voor de vrijhandelsbesprekingen met de Verenigde Staten. De Amerikanen mogen dan wel onze vrienden zijn, laten we niet vergeten dat er sinds het einde van de 19de eeuw een constante is in de Amerikaanse economische strategie: de wereld en vooral Europa zoveel mogelijk afhankelijk maken van Amerikaanse import van landbouw- en voedingsproducten. Met het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is dat verhinderd en we moeten erop toezien dat wederzijdse handelsstromen ook voor landbouw- en voedingsproducten in stand worden gehouden en zo mogelijk voor de EU nog worden verbeterd.

Jef Verhaeren

Art.KP.Voorspellingen/DM/ME/JV/4.9.2013

Boer pas op je ganzen

‘Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen.’ Het is een oude wijsheid die we best ter harte zouden nemen in verband met een mogelijk vrijhandelsakkoord tussen de VS en de EU. Soms heb ik het gevoel dat men ons ter zake in slaap aan ’t wiegen is. De enige luide stem die we gehoord hebben om de landbouw buiten de onderhandelingen te houden komt van het groene Belgische europarlementslid Bart Staes. In feite zouden alle politici die de Europese landbouw, de Europese voedselonafhankelijkheid, de Europese voedselkwaliteit- en veiligheid en dus de Europese consument in het hart dragen, moeten wakker worden.

De Amerikanen zijn alvast wakker. Toen de VS-handelsvertegenwoordiger Demetrios Marantis onlangs in de senaat ondervraagd werd over de positie die de VS zal innemen tijdens de onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden met Europa, benadrukte hij dat hij de toegang tot de Europese markt voor Amerikaanse landbouwers ‘heel serieus neemt’. Dat is niet nieuw maar de rode draad in het Amerikaans landbouwbeleid sinds het Marshall-Plan, waarmee de Amerikanen de Europese industrie na de oorlog wilden heropbouwen zodat de mensen werk en dus een inkomen hadden om Amerikaanse landbouwproducten te kopen. De Amerikanen hebben altijd, zoals Bush het onderstreepte, de wereld willen voeden en dus van hen afhankelijk maken zoals dat met Japan het geval is. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is hen dan ook altijd een doorn in het oog geweest.

EU-Commissarius van Handel Karel De Gucht is voor ons een slechte vertegenwoordiger. Hij wil vrije markt voor landbouw, waar hij altijd al minachtend tegenover stond, maar voor Chinese zonnepanelen wil hij invoerheffingen. Europese appels en veel kazen mogen vandaag niet eens op de Amerikaanse markt en daaraan zullen we niet moeten raken. Als men dranken niet meerekent is er nu al een tekort op de Europese landbouwhandelsbalans met de VS. We weten intussen dat het landbouwbudget in de VS tussen 2005 en 2010 steeg met 40% terwijl het in de EU blijft dalen. In 2010 konden in de VS 2,2 miljoen landbouwbedrijven rekenen op 130 miljard euro overheidssteun, in de EU 13,7 miljoen landbouwbedrijven op 76 miljard euro. We mogen ons dus niet door de VS en Demetrios Marantis in de luren laten leggen en zeker niet door Karel De Gucht.

Jef Verhaeren

Art.KP.Voorspellingen/DM/ME/JV/14.6.2013

Voorspellingen

Op studiebezoeken, congressen, seminaries en persconferenties van politici in Nederland, België, Bulgarije, Ierland en Polen heb ik ze de laatste weken weer gehoord, de toekomstvoorspellingen over voedselproductie en –behoeften. Dat de voedselproductie moet verdriedubbelen tegen 2050 om de groeiende wereldbevolking te voeden, dat vooral de vraag naar eiwitten door de stijgende welvaart in Azië spectaculair zal stijgen, dat dus ook de voedselprijzen zullen stijgen en de prijzen van de grondstoffen volatieler worden, we horen het geregeld. We trekken dat ook niet in twijfel, integendeel. Op het congres van FEFAC wezen ook eminente sprekers zoals Jan Dirk Kennes van Rabobank en voorzitter Mario Cutait van IFIF (International Feed Industry Federation) op de pijnlijke vaststelling dat het landbouwareaal en het water op onze aarde beperkt zijn. Er zijn ook grenzen aan de landbouwproductiviteit, daar wijst de FAO al een tijdje op. De conclusie dat de productiviteit in westerse landen, dus ook in de Nederlanden, moet worden opgedreven om de wereld mee te voeden zal in vele oren wel verrassend klinken en het zet ons ook aan het denken.

Vaak heb ik het recht op landbouw van elk volk onderstreept, mede steunend op het recht op voeding. Maar voedselzekerheid of -onafhankelijkheid en zelfvoorziening is blijkbaar toch niet voor elk volk weggelegd. Voor Afrika blijft het sowieso voorlopig onhaalbaar en voor China (één derde van de wereldbevolking) lijkt het zelfs een achilleshiel te zijn. Niet voor niets koopt China steeds meer landbouwgronden ondermeer in Madagaskar en Argentinië. Maar waar leidt dat naartoe? Volgens Mario Cutait moet de voedselproductie gewoon globaal worden. Dit principe is echter in conflict met de stelling van het streven naar zelfvoorziening, eventueel door subsidiëring en marktmaatregelen. Het staat ook haaks op het beperken van het aantal voedselkilometers. Een bedenking daarbij: 100 jaar geleden waren grondloze landbouw (zoals vrij algemeen in onze glastuinbouw) en intensieve veeteelt wellicht ondenkbaar. Ongetwijfeld zijn er ook nog andere denkpistes voor de toekomst die men nu niet ziet. Er is zeker nog ruimte voor visionair denkwerk en onderzoek ter zake.

Art.KP DuurzaamGLB/DM/ME/JV/67.2.12

Duurzaam GLB???

Het landbouwareaal in de wereld is schaars en volgens de FAO is 25% van het areaal gedegradeerd. Bovendien hebben de mensen de gewoonte op goede grond te gaan wonen, zoals in de dichtbevolkte Nederlanden. Volgens de FAO moet de voedselproductie tegen de helft van deze eeuw met 70% worden opgedreven. Volgens een studie van Sanderine Nonhebel van de Universiteit van Groningen moet het landbouwareaal worden uitgebreid maar volgens de FAO zit dat er niet in en moeten we de productie opdrijven op de bestaande landbouwgronden. Een duurzame voedselvoorziening, een duurzame landbouw dus wordt een enorme prioriteit.

Daarom stijgen de budgetten voor ondersteuning van de landbouw tussen 2005 en 2010 haast overal aanzienlijk: in Brazilië met 60%, in China met 130% en in de VS met 40%. In de EU daalde ze echter. De landbouw kon in 2010 in de VS rekenen op 130 miljard euro overheidssteun, in de EU op 76 miljard euro. De EU besteedde dus 151 euro per capita aan landbouwondersteuning, de VS 422 euro of 3 maal meer. Daarbij komt nog dat de West-Europese landen die geen lid zijn van de EU ook relatief veel meer besteden aan landbouwondersteuning. Terwijl de subsidie in de EU 20% van het landbouwinkomen bedraagt is dat in IJsland 47%, in Zwitserland 56% en in Noorwegen 60%.

Wat doet de Europese Unie intussen om onze voedselvoorziening en voedselonafhankelijkheid veilig te stellen. Onze regeringsleiders discussiëren over een verlaging van het budget 2014-2020 voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) met 15%. En al schermt men vaak met het sofisme dat het GLB met het leeuwenaandeel van het EU-budget gaat lopen, de overheidsgaven voor landbouw bedragen in de EU, dankzij het de gemeenschappelijke aanpak (GLB) minder dan 1% van de totale overheidsuitgaven, tegenover bijvoorbeeld 39% voor de sociale zekerheid. Minder dan 1% dus voor de voedselzekerheid van bijna 500 miljoen mensen, om nog niet te spreken over de 26 miljoen jobs in de landbouw en 20 miljoen jobs stroomop- en stroomafwaarts en over de onbetaalbare bijdrage van de landbouw voor milieu, landschaps- en plattelandsonderhoud. Een duurzame Europese landbouw en voedselzekerheid vraagt om een duurzaam GLB en GLB-budget.

Jef Verhaeren


Art.KP.Speculatiespook/DM/ME/JV/28.11.2014

Speculatiespook

Onze intensieve veredelingssector, vooral de varkens- en pluimveesectoren, staan zwaar onder druk. Bovenop de Russische boycot, die vooral de varkenssector treft, is er nu ook de vogelgriep. Eens temeer zal de sector echter zijn overlevingskracht tonen en de vogelgriep overwinnen. Ook de Russische boycot vertoont barsten. De Russen zijn boos omdat er EU-producten herverpakt via Bosnië-Herzegovina naar Rusland zouden worden uitgevoerd. Dat dit vanuit het bevriende Servië en Belarus op grote schaal blijkt te gebeuren, daar hebben ze blijkbaar geen probleem mee. De Russische vleesindustrie is intussen ook wel fors aan het investeren maar blijft duidelijk ver van de zelfvoorziening. Volgens de Duits-Russische kamer van buitenlandse handel is het einde van de westerse sancties tegen Rusland in zicht.

Er blijft zeker toekomst voor een performante en professioneel beheerde varkenssector in Nederland, Vlaanderen en ondermeer Denemarken en Duitsland (dat intussen voor 109% zelfvoorzienend is geworden). De vraag naar dierlijke proteïne en dus vlees elders in de wereld blijft immers stijgen, al daalt de consumptie per capita bij ons. De productiecapaciteit in Oost-Europa en Azië blijft immers achterop lopen op de stijgende vraag. We moeten echter doeltreffend handel drijven en, zoals we in een vorige ‘Krakende Persen’ al aangaven, moeten we onze export diversifiëren over meerdere landen.

Een groot probleem dat echter aandacht verdient is de speculatie op veevoedergrondstoffen. Het voeder is de belangrijkste productiekost in de intensieve veeteelt. Binnen de voedingsketen zelf heeft elke schakel recht op een billijk deel van de koek maar speculatie door actoren buiten de keten op duurzame voedingsgrondstoffen is onethisch. Met de FAO blijf ik ook vragen stellen bij het gebruik van de beperkte vruchtbare grond te ontnemen aan de voedselproductie voor de productie van energie. Daarover wordt het debat echter gevoerd. Het debat over onethische speculatie moet ook aan de orde komen.

Jef Verhaeren


KP/TTIPaard/DM/JV/22.3.2015

Het TTIPaard van Troje

Is het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) of het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag een belangrijke impuls voor de Europese welvaart of is het een Amerikaans Paard van Troje, zoals tegenstanders beweren? TTIP biedt ongetwijfeld voordelen maar niet alleen de landbouwsector, ook tal van ngo’s, universiteiten en consumentenorganisaties zijn bezorgd over de totaal verschillende wijze van toepassen van regels voor voedselveiligheid, leefmilieu, enz., die tot gevolg hebben dat volgens Europese normen geproduceerd voedsel wordt weggeconcurreerd.

Positief in de balans is volgens COPA dat vrijhandel voor Europa kansen biedt voor de export van producten met een hoge toegevoegde waarde, zoals wijn en kaas. COPA hoopt ook dat TTIP een gemeenschappelijke standaard – vooral inzake duurzaamheid - zal opleveren waar andere landen niet omheen kunnnen. COPA rekent erop dat een aantal Amerikaanse bureaucratische handelsbelemmering voor groeten en fruit zullen worden afgebouwd en dat toegang zal worden verleend voor sommige zuivelproducten zoals kazen van rauwe melk en andere merkkazen evenals voor Europees rundsvlees. Ook het Europees systeem van oorsprongsbenadering moet volgens COPA erkend worden. Dat is niet voor de hand liggend want in de VS worden Amerikaanse producten als Parmaham en Gruyèrekaas gedeponeerd.

Aan de negatieve kant van de balans weegt, naast de hogere veevoederprijzen, vooral het fundamenteel verschil in goedkeuringssystemen van niet alleen voedingsproducten maar ook van gewassen (GGO’s), gewasbeschermingsmiddelen, leefmilieuvoorwaarden, dierenbescherming, enz. erg door. Producten en productiemiddelen zijn in de EU alleen toegestaan als onomstotelijk bewezen is dat ze onschadelijk zijn. In de VS geldt precies het omgekeerde: een product mag de markt op als niet absoluut bewezen is dat het gevaarlijk is. Bovendien schrijft de Europese voedselveiligheid voor dat de productiewijze aan normen is onderworpen terwijl in de VS een product enkel aan het einde van de keten wordt gecontroleerd. Daardoor zijn Amerikaanse producten niet alleen goedkoper maar zullen ook chloorkippen, anders geproduceerde eieren en hormonenvlees de Europese markt overspoelen, tenzij de Europese onderhandelaars ons verrassen.

Voor de Amerikaanse handelaars is landbouw een prioriteit. Dat is al eeuwen zo en ook het Marshall-Plan was erop gericht dat de wederopgebouwde fabrieken de talrijke Europese consumenten koopkracht zouden leveren om Amerikaanse landbouwproducten te kopen en Europa dus voedselafhankelijk te maken. Voor de Europese onderhandelaars is landbouw pasmunt. Zo mogen we vrezen dat voor de Europese focus op rundvlees en geografische herkomstbenamingen, of zelfs voor andere dan landbouwbelangen, belangrijke landbouwdossiers worden geofferd. Waakzaamheid voor een TTIPaard van Troje is dus wel degelijk geboden.

Jef Verhaeren


Ar.KP.GGOsofismen/DM/JV/29.6.2015

GGO-SOFISMEN

De discussies in het Europees Parlement over het voorstel van de Europese Commissie om de lidstaten zelf te laten beslissen over het gebruik van en de handel in producten op basis van GGO’s heeft het – vaak populistisch-emotionele maar weinig wetenschappelijke - debat in de media weer op gang gebracht. De filosoof Johan Braeckman schreef in ‘Trends’ en ‘Plant Science’ de afkeer van gentechnologie toe aan het feit dat GGO’s niet in ons intuïtieve beeld van natuur passen. Bart Coenen, die vroeger werkte voor Agalev en Velt, en Stijn Bruers, één van de oprichters was van ‘Bite back’, kwamen tot de conclusie dat de tegenstand tegen GGO’s vanuit wetenschappelijk oogpunt moet herbekeken worden.

Daarbij denken we weer aan de Canadese spijtoptant Patrick Moore, medeoprichter van Greenpeace, die in 2004 verklaarde: “Greenpeace heeft liever blinde kinderen dan genetisch gemodificeerde rijst”. In De Standaard liet hij toen optekenen dat duurzame ontwikkeling niet het doel is van Greenpeace maar wel actie voeren, zelfs tegen vrije meningsuiting. “Hun campagne tegen biotechnologie heeft hun intellectueel en moreel bankroet aan het licht gebracht”, zei hij. “De angstcampagnes berusten grotendeels op verzinsels en op een totaal gebrek aan wetenschap en logica.” Sofismen dus! Moore verwijst op de talrijke overtuigende wetenschappelijke studies die dat aantonen en niet kunnen genegeerd worden.

De milieucommissie van het Europees Parlement noemt het Commissievoorstel terecht onwerkbaar. Sofismen, die emoties en populisme dienen, kunnen trouwens niet als gelijkwaardige basis erkend worden als de wetenschappelijke. Het is een luxe tegen GGO’s te zijn zoals Oostenrijk, als je na Noorwegen de meest gesubsidieerde landbouw geniet in Europa. In België is Vlaanderen voor GGO’s en Wallonië, dat slechts 20% van de Belgische productiewaarde vertegenwoordigt en het beleid vooral richt op gesubsidieerd plattelandsbeleid en streekproducten, is er tegen. Er zijn nog meer zo’n voorbeelden in Europa. Het Europees landbouwbeleid moet op dit punt eenvormig zijn evenals op het vlak van de wetenschappelijke basis van de regelgeving. De landbouw moet duurzaam zijn en de wereld voeden. Dit kan alleen met de beste technologie en biotechnologie is daar een onmisbare pijler van.

Jef Verhaeren


Art. KP-Groenchauvinisme/DM/JV/9.2.16

GROEN CHAUVINISME

In 2009 vond het wereldcongres van de landbouwjournalisten plaats in Texas. Eén van onze Texaanse collega’s, die zelf een ranch had en voor een perstrip als gids fungeerde, begon zijn zelfzekere uiteenzetting met de woorden: “15 jaar geleden was het leefmilieu voor de landbouw hier in de VS en Texas nog geen aandachtspunt maar vandaag zijn we de groenste boeren van de wereld.” Ik vroeg hem hoe groot zijn wereld dan wel was en, ja hoor, veel verder dan Texas reikte die niet en wat er in Europa gebeurde, wist hij al helemaal niet.

Natuurlijk was de druk om de landbouw milieuvriendelijk te maken in het dichtbevolkte West-Europa veel groter en reeds half de jaren tachtig lanceerde de Noorse premier Gro Harlem Brundland het begrip duurzame ontwikkeling. De Scandinavische landbouw, evenals die van Nederland en België waren er als de kippen bij om het begrip duurzame landbouw te promoveren. Al wilden de Nederlanden (Nederland en België), samen met Denemarken in feite, ecologie en economie ter zake verzoenen, de Nederlandse landbouwminister Gerrit Braks en zijn Belgische collega Paul De Keersmaeker lieten vanaf 1985 geen gelegenheid onverlet om duurzame landbouw te promoveren. Landbouwwetenschappelijke instellingen van Wageningen tot Leuven en Gent sprongen meteen op de kar en progressieve landbouwers en hun organisaties volgden.

Op de opening van de belangrijkste landbouwbeurs van Italië, Agricolafiere in Verona op 3 februari 2016 hoorde ik beursvoorzitter Giovanni Mantovani zeggen dat de Italiaanse landbouw de groenste van Europa is. Ik dacht weer aan Texas en wou mijnheer Mantovani zeggen dat meten weten is en chauvinisme geen maatstaf. Er zijn maatstaven en die zeggen dat de CO2-voetafdruk van de Ierse landbouw de laagste is. Nederland en België scoren dan weer best op andere leefmilieuparameters omdat de druk om milieuvriendelijk te produceren hier groter is dan waar ook, wegens de bevolkingsdichtheid. Onze veevoedersector recycleert bijvoorbeeld meer dan welk ander land ook. En toch is onze intensieve veeteelt en land- en tuinbouw zeer productief. Voor chauvinisme, al dan niet wetenschappelijk gefundeerd, is echter nog geen plaats. Er moet nog veel weg afgelegd worden om tot een werkelijk circulaire groene landbouw te komen. Het is de roeping van de Nederlandse en Belgische landbouw en agro-industrie om de weg te wijzen.

Jef Verhaeren


Art.KP.Lokaal-Export/DM/JV/ 20.10.15

LOKAAL ZONDER GRENZEN

‘Lokaal’ klinkt steeds beter in de oren van veel verbruikers en landbouwdenkers, die niet door al teveel kennis ter zake worden gehinderd. De Fransen pakken uit met ‘Viande de France’ en tal van andere nationale labels. De ‘produits de terroir’ is een Frans protectionistisch idee. Maar ook de Britten willen hun landgenoten ‘Eat British’ aansmeren en zelfs België heeft een label ‘Lekker van bij Ons’. Anderen gebruiken de nationale herkenning dan weer meer als een exportondersteunend element. Nederland doet dat vaak en ook Italië. Maar ook België en Frankrijk spelen dat uit als het voordeel oplevert.

Het lijkt allemaal onschuldig en er is zeker plaats voor lokale producten of ‘produits de terroir’, vooral in nichemarkten. Het wordt pas gevaarlijk als zogenaamde visionairs dit gaan zien als onze ideale toekomst. Vaak wordt daarvoor ook het argument van de ecologische voetafdruk gebruikt. Hopelijk gaan dergelijke argumenten de handelsbesprekingen met de VS niet beïnvloeden ten nadele van de EU en tot groot jolijt van de Amerikanen. Echt dramatisch wordt het als Franse boeren harde acties gaan voeren om de import of doorvoer van Spaanse land- en tuinbouwproducten te beletten. Daarmee snijden ze trouwens in eigen vlees want Frankrijk heeft veel baat bij het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid en bij de export. Misschien moeten sommige Franse sectoren het ondernemerschap in de landbouw wat bijstellen.

Het is van het grootste belang dat onze burgers onze landbouwexport naar waarde weten te schatten. Nederland is een landbouwexportland bij uitstek maar ook België boekt een handelsoverschot van zo’n 5 miljard euro met agrarische producten. En niet alleen dat economische voordeel is van belang, een hoge zelfvoorzieningsgraad is iets wat een meerderheid van landen in de wereld terecht benijden. Het houdt ons scherp en houdt aldus een haard van knowhow in stand en het geeft onze consumenten een bevoordeelde positie inzake kwaliteit en voedselveiligheid. Lokaal mag dan al leuk zijn, het mag onze landbouweconomie en –export niet ‘begrenzen’!

Jef Verhaeren


ANDERE LANDBOUWPERSACTIVITEITEN

 

IFAJ-congres in Zuid-Afrika

Van 1 tot 13 april was ik, samen met Ida, in Zuid-Afrika voor het congres van de International Federation of Agricultural Journalists. We bezochten tal van bedrijven (citrus-, wortel-, tafeldruif-, wijn- en melkproductie en een gemengd bedrijf) in Gauteng (regio Johannesburg-Pretoria) en in de Westkaap (Kaapstad). Er zat ook een minisafari in een zogenaamde ‘game farm’. Wat me meest opviel was dat het allemaal grote bedrijven waren, die hun productie zelf verwerken en vermarkten, vaak wereldwijd. In de rubriek ‘Landbouw’ zijn enkele artikelen opgenomen.

De meeste bedrijven vormen met het personeel en hun families een heuse gemeenschap, met eigen scholen en gemeenschapsleven. De regering wil vooral de zwarte bevolking meer betrekken en geven hen zelfs grond om hun eigen land te bewerken. Dat blijkt nog niet zo goed te werken maar de grote bedrijven, meestal nog in blanke handen, proberen zelf diverse modellen uit om de zwarten op te leiden en met hen bijvoorbeeld coöperatieve bedrijven op te bouwen.

Na het congres zijn we nog enkele dagen gebleven en hebben wat rondgereden tussen Kaapstad en Kaap de Goede Hoop.


Enkele dagen tussen Kaapstad en Kaap de Goede Hoop


Citroenen


Fair Cape


Jef in de "bewaarskool"


Steenbokken


Met Tafelberg op de achtergrond


 


Feed the Future
 

In opdracht van Fedagrim schreef ik een boekje (in feite op basis van een grote brainstorming georganiseerd door Fedagrim maar ook met nogal wat eigen inbreng) over de circulaire veehouderij van morgen. De landbouw van de toekomst die eigenlijk al bezig is. Het komt neer op het bannen van fossiele energie en het hergebruiken van alle bijproducten en reststromen, zodat het woord ‘afval’ uiteindelijk zijn inhoud verliest.

Het boekje ‘Feed the Future’ bestaat in het Nederlands en het Frans. Het werd gelanceerd op de landbouwbeurs AGRIBEX in december 2015 in Brussel en is verkrijgbaar bij Fedagrim (http://www.fedagrim.be).


 


Presentation of the
The European Network of Agricultural Journalists (ENAJ)

 

ENAJ was founded on December 6th 2011 in Brussels by the national associations and guilds of agricultural journalists in 17 EU Member States. By a change to the ENAJ charter in 2013 also national associations of agricultural journalists in EFTA countries are allowed to apply and become members of ENAJ. The foundation of ENAJ was supported by the European Commission and the network still has close contacts and collaboration with DG AGRI.

ENAJ is a network, acting as an umbrella organisation of the national associations of agricultural journalists in the EU Member States; ENAJ has at present 22 members: Austria, Belgium, Bulgaria, Croatia, Czech Republic, Denmark, Finland, France, Germany, the Netherlands, Hungary, Ireland, Italy, Norway, Romania, Slovakia, Slovenia, Spain, Sweden, Switserland and the United Kingdom..

The General Assembly is the highest authority of ENAJ. Two delegates from each member country association can attend the G.A and during the meeting, the ENAJ management committee is elected (for three years). Last elections were held at the G.A. in December 2012.

The present Management Committee has nine members: Katharina Seuser (DE) - chairman, Jef Verhaeren (BE) – honorary president, responsible for new associations, Lisa Bellocchi (It) - vice chairman, Damien O'Reilly (IE) - secretary general, Hans Siemes (NL) - treasurer, Tatiana Cop (SI) - responsible for education (with Katharina Seuser), Adrian Bell (UK) - responsible for communication, Adrian Krebs (Sw) – responsible for low budget press trips, and Nicole Ouvrard (Fr).

The ENAJ main objectives are:

• Networking and professional activities for agricultural journalists in the ENAJ member countries.
• To collect and distribute information.
• ENAJ strives to establish agriculture guilds and associations in Member States who do not yet have an agricultural journalism organisational structure. There have already been meetings in 2012 and 2013 with colleagues in Latvia, Cyprus, Portugal and Greece to this end. In 2013 a new member association in Romania was founded and entered as the 18th ENAJ member in August 2013. Croatia and Bulgaria followed. In the meantime also the associations of EFTA countries could become ENAJ member. Switzerland and Norway became entered ENAJ.
• ENAJ also aims to provide professional development opportunities for young journalists in its member countries.


ENAJ main activities are:

• ENAJ organises an annual AGM for the ENAJ delegates (two per member country/association). The General Assembly generally takes place in December or January.
• Maintain and develop the ENAJ web site www.enaj.eu and the ENAJ on social media (primarily Twitter)
• Study trips: ENAJ organised young journalists competitions and study trips for young journalists to visit the EU Institutions in Brussels and to Belgian Flanders Fields and one with a seminar at Agritechnica (Germany). ENAJ plans to do more activities for young journalists.
• ENAJ organises since 2014 thematic low budget press trips in different countries together with the national member associations. Such trips where and are organised in Belgium-Holland, Denmark, Ireland, Austria, Italy, Finland and Romania. In connection with the Informal Agricultural Council in the EU Presidency country ENAJ organized press trips and participation in Greece, Ireland, Latvia, The Netherlands, Estonia…
• ENAJ offers its members invitations and special facilities at national events and agricultural fairs.
• ENAJ organise networking activities with different European confederations, umbrella organisations of farmers' organisations i.e. COPA-COGECA, FEFAC, EURASCO, FEFANA, ECPA, CEMA, ESA, Fertilisers Europe, EuropaBio, Animal Health Europe, etc.

To fulfil the ENAJ objectives and activities, it is important that we work together and that all agricultural journalists join their national agricultural journalist association. Those who do not yet have an association to join are invited to contact us (see contact details on www.enaj.eu) and we will do our utmost to support and advise you in the networking needed to start and form a national association that can become part of ENAJ.

Niet langer voorzitter van ENAJ

Op 29 november 2016, tijdens de algemene vergadering van ENAJ in Herning (Denemarken), beëindigde ik mijn mandaat als voorzitter van ENAJ. Vijf jaar voorzitterschap is meer dan genoeg. Ik ben bijzonder blij dat dr. Katharina Seuser, voorzitter van de Duitse landbouwjournalisten en voorheen ondervoorzitter van ENAJ mij opvolgt. Wij werken reeds lang zeer goed samen en Katharina is een autoriteit. Ik blijf nog lid van het management committee en de algemene vergadering benoemde mij erevoorzitter (zie uittrekse uit de newsletter hieronder)


Algemene vergadering van ENAJ in Herning (Denemarken)

 

Jef Verhaeren heart and soul of ENAJ

The representatives of the member associations and guilds of ENAJ gave a big hand of applause to Jef Verhaeren, who stepped down as chairman at the general meeting in Herning (Denmark) on Tuesday November 29. For his enormous service he was appointed by the meeting as honorary president, a new position in the management team of ENAJ. “He is the heart and soul of ENAJ”, the new chairwoman Katharina said. She thanked Jef Verhaeren for all the work he had done since five years ago ENAJ started. All these time he served the new network as chairman. “Without you ENAJ couldn’t achieve anything”, Katharina Seuser complimented. She handed over a map of Europe on which every representative has written his or her name. Jef Verhaeren was visibly seized with emotion. “It was beautiful working for you”, he said.


Katharina Seuser handed over a map of Europe on which
every representative has written his or her name

 

CROTIAN GUILD OF AGRICULTURAL JOURNALISTS
ALLREADY IN CHAMPIONS LEAGUE

Only since December 2013 has the Croatian guild of agricultural journalists DANH been recognised as a member guild by ENAJ and today the guild is as active as if it had been there for 50 years. On November 15th the guild held its national general assembly in Orahovica in Slavonia and it was a perfect event. Tatjana Cop and Jef Verhaeren were invited to represent ENAJ, and as president Markus Rediger of IFAJ couldn’t be present we also presented IFAJ. Some 40 members participated at the general assembly where Martin Vukovic was reelected as president and Goran Beinrauch was elected as secretary.

But the guild organised more than a good assembly meeting. The same day the members could visit PP Oharovica, an agro company which has more than 10,750 ha of land and employs more than 300 people. We learned to know the wine production and tasted the wines. Other activities are different crops, cattle breeding, fruit production and fishery in 3,348 ha of lakes. We could see the aquaculture exploitation and we consumed the fish on a nice dinner, with folk music and initiated with a medieval show. This DANH day was really well organised and the enthusiasm of the members was of the same level.

The day before I had the opportunity to visit with Martin Vukovic the labs of Croatiakontrola in Zagreb. On Monday we (Martin, Tatjana, Ana Rogac and me) made a beautiful trip to Istria where we visited Ipsa (ecological olive oil and wine production), the large agro company AgroLaguna (wine, olive oil and cheese production) and an artisanal cheese producer. Together with the contact with many enthusiastic Croatian colleagues was it a surprising experience.

Jef Verhaeren

Pictures:


1. After the general assembly of DANH in Orahovica in Slavonia.


2. ENAJ chairman Jef Verhaeren, DANH chairman Martin Vucovic,
ENAJ MC member Tatjana Cop and DANH secretary Goran Beinrauch.


3. At the aquaculture exploitation of PP Orahovica.


4. A medieval show before dinner.


5. Fish is ready.


6. Singing after lunch.


7. In the wine cellars of AgroLaguna


ENAJ General Assembly January 28th, 2015

TWO NEW MEMBER ASSIOCATIONS RECOGNISED

The general assembly of ENAJ recognised January 28th two member associations: the agricultural journalsts association of Norway, an EFTA member state, and the agricultural journalsts association of Bulgaria, which was recently founded. The Norweigian Association of Agriculture Journalists exist since a long time. As in 2013 is decided that EFTA member states associations could be accepted as ENAJ member associations, the Norweigian Association of Agriculture Journalists apllicated for membershicp in Octobre 2014. The Bulgarian Bulgarian Association of Agricultural Journalists os registered only recently with the support of ENAJ. Ekaterina Terzieva is chairman of the Board, deputies are Mr. Spas Kuzov, deputy editor of the newspaper Maritsa, and Ekaterina Kyuchukova, a TV journalist.

After the General Assembly, during dinner the ENAJ Young Agricultural Journalist competition Awards were distributed. Austria’s Eva Zitz won first prize with ‘Agriculture is sexy’, her account of Pedro Bernandes, a young fruit grower from western Portugal who took over and restructured his father’s farm. Slovenia’s Klara Nahtigal was second with an article about another young farmer who, not content with a farm comprising Haflinger horses, cattle and poultry, decided to branch out further and diversify into adventure vacation, riding lessons and children’s activities. Holland’s Durkje Hietkamp took third place for her article about Nieske Neimeijer, a 30-year-old farmer who, after taking on her husband’s parents’ farm, decided to go down the difficult road of conversion to organic production to make the unit viable.


The ENAJ management committee


Award distribution. From left to right ENAJ chairman Jef Verhaeren, Roger Waite (DG Agri), award winners Durkje Hietkamp,
Eva Zitz and Klara Nahtigal, Daniel Rosario, spokesman Commissionar Hogan, Tatjana Cop,
ENAJ Management Committee, and ENAJ vice chairman Katharina Seuser


WITH ENAJ IN LATVIA


With Belgian federal Minister of Agriculture Willy Borsus and Jerzy Plewa, director general DG-Agri (Agriculture)
of the European Commission

From May 30th until June 2nd I was in Latvia with my ENAJ delegates for an ENAJ delegate meeting and a press trip. At the same time we attended the Informal Meeting of the EU Ministers of Agriculture presided by Latvian Minister of Agriculture Janis Duklavs.


With Latvian Minister of Agriculture Janis Duklavs, President of the EU Ministers Council and ENAJ
secretary general Damien O’Rielly

The visit to Latvia was the fourth time since the creation of the European Network of Agricultural Journalists (ENAJ) that its members had attended the Informal Meeting, following previous trips to Denmark, Ireland and Greece. This time we had to organize this ourselves with the help of the Latvian government. Our journalists proved a popular fixture in the ENAJ event calendar: not only a different country’s agriculture to experience and explore (farm visits and tours always form part of the itinerary) and the chance to meet other journalists from the 22 countries that now make up ENAJ, but also for the unique opportunity to interact, and interview in an unusually informal setting, individual agricultural ministers.


With Mansel Raymond, president of the COPA dairy section

The topic of the informal meeting, “Sustainability, growth and consumers’ needs before and after 2020”, sought to identify the most significant problems encountered by the sector. These included consumer trust in organic products, organic plant and animal reproductive material, coexistence of organic and conventional farming – and perhaps the thorniest issue, the proposal for a Regulation on organic agriculture.


With other ENAJ-journalists at the pressconference of EU Commissioner Agriculture Phil Hogan,
Latvian Minister of Agriculture Janis Duklavs, President of the EU Ministers Council,
and Czeslav Siekierski, President of the Commission Agriculture of the European Parliament

Again as ENAJ chairman I could be very satisfied about the success of this ENAJ activity with enthusiastic delegate journalists about the trips, the meetings and the networking.


Interview with Belgian federal Minister of Agriculture Willy Borsus together with Jacques Van Outryve

 


With Belgian federal Minister of Agriculture Willy Borsus

Panoramic view on Riga (click on picture to enlarge view):



ENAJ ELECTIONS

During the annual general meeting, held on January 26 in Brussels, delegates of the ENAJ associations and guilds were invited to select nine new members of the management committee.

New in the management committee will be Lisa Bellocchi from Italy and Adrian Krebs from Switzerland. They replace Gudrun Andreasen from Denmark and Jesus Lopez Colmenarejo from Spain, who stepped down. I thank Gudrun and Jesus for what they have done for ENAJ and I’m sure they will continue to support ENAJ in the future.

From the current members of the management committee for the next three years were re-elected: Jef Verhaeren (Belgium), Katharina Seuser (Germany), Erik Massin (France), Damien O'Reilly (Ireland), Hans Siemes (The Netherlands), Adrian Bell (United Kingdom) and Tatjana Cop (Slovenia).

The newly-elected committee nominated me again as chairman. I accepted the job for one more year.


General Assembly

WITH THE BULGARIAN GUILD AAJB IN VARNA

From October 1st to 3rd 2015, the new Association of Agricultural Journalists of Bulgaria met in Varna on the Black Sea. About 20 member journalists participated and I as chairman of ENAJ was honoured to be their guest. On Thursday the 1st the general assembly took place where chairman Ekaterina Terzieva reported. I gave an introduction about ENAJ and after an open discussion the program for 2016 was made up.

On Friday the 2nd we visited a factory of Aliphos near Varna, where phosphates are produced. From there we travelled to Rostgrad where we visited the new fermentation plant of Biovet (Huvepharma). On Saturday the 3rd we closed the trip with a visit to a winery. It was a beautiful programme and the spirit in the group is wonderful.


The new Association of Agricultural Journalists of Bulgaria

 


Visit of the new fermentation plant of Biovet (Huvepharma)

 


Visit in Aliphos

ENAJ PRESS TRIP IN IRELAND

In 2015 four ENAJ press trips where organised; one in Denmark in April, one in Ireland in June, one in Austria in September and one in Italy in September as well. I participated myself in the Irish and Italian press trips.

In Ireland we were hosted by the Irish foof board Bord Bia. The subject was sustainable cattle and we visited farms, scientific institutions, a dairy plant and a meat plant. In the headquarter of Dairygolf near Cork we had a meeting with the Irish minister of agriculture Simon Coveney.


Meeting with the Irish minister of agriculture Simon Coveney in the headquarter of Dairygolf

 


 

 

ON A PRESS TOUR IN EMILLIA-ROMAGNA

With about 15 ENAJ journalists I took part in the Press Tour organised by the Italian Guild UNAGA in September. I did a speech on the World Congress in Milan about communication deontology. Thanks to the Regional Agricultural Department, the group travelled through the main foodie production: tomato sauce in Piacenza, the “culatello kingdom” in Parma; the balsamic traditional vinegar in Modena and Reggio Emilia; a flour factory near Ravenna; regional typical wines in the Historical Cellar, hosted in a XIV Century Castle; tortellini, tagliatelle and mortadella in Bologna. We learned top make pasta in Casa Artuzi in Forlimpopoli and we even got a pasta diploma.


 


 


 


 


 


WITH EURASCO AT FIERAGRICOLA IN VERONA

From February 2nd to 7th I was in Verona where I gave a presentation about ENAJ for EURASCO, the European association of agricultural exhibition organisers and assocviate member of ENAJ. It was a very positive meeting and of course I visited the exhibition Fier Agricola together with ENAJ secretary general Damien O’Rielly.

 

 

 


Webmaster © ep_communication